De moeder van Icarus (Icarus' Mother, Sam Shepard, VS, 1965)

6, 7, 8 en 9 mei 1999

De stukken van Sam Shepard (°1943), voorman van het Amerikaans avantgardetheater, zijn zeker niet de gemakkelijkste hapjes voor een toneelgezelschap. De moeder van Icarus, één van zijn eerste eenakters, behoort tot zijn experimentele periode (1965–66).

De raadselachtige titel alleen al: de mythische figuur Icarus wordt doorgaans in één adem genoemd met zijn vader Daedalus, maar van zijn moeder is nergens sprake. Het wordt pas echt bizar als je 't Bareeltje binnenkomt: dwars over de scène loopt een muur, opgetrokken uit snelbouwstenen, colablikjes in de holtes. Ook in de regie van Fons Van den Maegdenbergh is de invloed van de pop-cultuur duidelijk aanwezig.

Drie jongemannen en twee meisjes picknicken op een strand, wachtend op een vuurwerk. Een straaljager scheert over het water. Wuift de piloot hen toe? Zij beantwoorden zijn groet. Icarus komt te dicht bij de zon, waardoor de was in zijn vleugels smelt. De straaljager stort in zee. 't Bareeltje leent zich uitstekend voor dit 'confrontatie-toneel', waarbij het publiek met de neus op de scène zit en de acteurs in hun spel van ingehouden en oplaaiende emoties aan elkaars lippen hangen. De moeder van Icarus gaat over angst, vliegangst, angst om het onbekende, levensangst, pakkend geëllustreerd in het aangrijpend slot.

Door het knappe regiewerk van 'good old' Fons Van den Maegdenbergh en met de 'youngsters' Edo Berger, Eric Cuyt, Nathalie Dens, Nathalie De Vos en Tom Peeters, allen (oud-)Ieerlingen, nam Epidauros — zonder zijn vleugels te verbranden — (weer) een hoge vlucht.

Armand Vijgen
(uit: Schakel, jrg. 51, 1999, pp. 194–195)

HTML5+CSS :: ✔ IPv6 :: ✔ DNSSEC