De liefde (workshop)

Voor het jaar 1984 stond er iets totaal nieuws op stapel: de oude Epidaurosrotten hadden het in hun hoofd gehaald om de leerlingen direkter te betrekken bij het leven van de toneelgroep. Er werd gestart met een toneelkursus voor de leerlingen van ons kollege en van enkele meisjesscholen uit de buurt. 26 jonge mensen boden zich aan en kwamen trouw elke zaterdag werken aan het nieuwe projekt. Medewerker van het eerste uur Koen De Feyter (6LG78) had als basis een tiental fragmenten genomen uit toneelstukken, die alle iets te maken hebben met de liefde. Zo ontstond er eveneens een kursus wereldliteratuur. De bedoeling was dat deze kursus zou uitmonden in een opvoering. Ieder fragment werd bestudeerd onder leiding van één van de oudere leden en, voor de opvoering, ook door hem geregisseerd. Het gevolg van deze werkwijze was dat de meeste groepjes niet veel gezien hadden van wat andere groepjes zouden brengen.

De generale repititie op 15 maart was dan ook een gebeurtenis die met spanning werd verwacht. Weer was daar de sfeer zoals in het prille begin van Epidauros: de blije zenuwachtigheid, nog wat oefenen voor sommigen (met vertrokken gezichten soms), de schijnbare rust bij de veteranen (zij waren al even zenuwachtig als de anderen, maar probeerden dat te verbergen, kwestie van prestige en zo). Toen het uur daar was, doken er wel enkele verrassingen op. Sommige groepjes hadden voor goede vondsten gezorgd en akteerden opvallend goed. Bepaalde akteurs en aktrices reageerden totaal verkeerd op het publiek (in dit geval de andere spelers en regisseurs, die niet op of achter de scène nodig waren). Het geheel gaf een tamelijk verwarde indruk en het was duidelijk dat er nog wel wat aan geschaafd moest worden. Nadien volgde een uitgebreide bespreking van de fouten en de spanning steeg voor de volgende dag.

Vrijdag 16 maart: première. In de kleedkamers was de koorts nog gestegen. maar er was het onvermijdelijke nieuwe element: over de zenuwen lag een laagje plechtigheid en gewichtigheid. De paniekgilletjes van de meisjes werden nu ingedijkt door een soort valse rust vanwege de jongens. Ondertussen liep de zaal van het Augustijnerteater vol. Er moesten stoelen worden bijgezet. Dat had wel niemand verwacht. Het doek ging op voor het fragment uit Valentijn en Valentina van Michaïl Rosjin, waarvoor het volledige gezelschap op de scène moest. Het ging vlot. Aristofanes' Vrouwen aan de macht volgde met pit en Lanseloet van Denemarken, een aartsmoeilijk fragment, werd met uiterste zorg gebracht. Tartuffe resulteerde (verdiend) in hilariteit en betekende een verademing. Midzomernachtsdroom had dat autentieke element dat wij bij vele Shakespeare-opvoeringen in "grote" teaters missen. In Rondedans van Arthur Schnitzler had Koen De Feyter een choreografisch element ingelast dat door zijn kleureffekt (zwart-wit) en door zijn perfekte vormgeving een onvergetelijke indruk naliet. Heiner Müller zou waarschijnlijk gecharmeerd geweest zijn door de twee versies van zijn Hartstuk, want zij blonken uit door kleurigheid en inventiviteit. De verschrikkelijke bitterheid die de liefde in zich kan dragen, werd autentisch getoond in Agatha van Marguerite Duras. Vooral de juiste toon viel hier op. Monoloog van Harold Pinter werd geregisseerd door uw dienaar, en ik werd getroffen door de interaktie van publiek en akteur, iets dat uiteraard afwezig is tijdens repetities. De finale was een choreografisch-tekstueel nummer, gekreëerd door Koen De Feyter en gebracht door het hele gezelschap. Ook dit was indrukwekkend. Dit was echt "teater".

Zowel de eerste als de tweede avond (de zaal zat toen, zo mogelijk, nog voller) was het publiek entoesiast. Het zag de schoonheidsfoutjes natuurlijk wel, maar de meesten waren vooral getroffen door de geestdrift van de medewerkers en de zorg voor de aankleding. Proficiat aan allen, vooral aan Koen, die eens te meer bewees dat hij het teater in zijn bloed heeft zitten.

Fons Raeymaekers
(uit: Schakel, jrg. 36, 1984, pp. 102–103)

HTML5+CSS :: ✔ IPv6 :: ✔ DNSSEC